Het product moet worden opgelost in water en met een rugsproeier op de bladeren worden verspoten tot begin afdruipen, bij voorkeur op een droog gewas.
Volg de teelt ook in een vroeg stadium regelmatig op. Spuit ten laatste bij het waarnemen van de eerste bruinzwarte vlekken op de bladeren. Behandel tijdig zodat de ziekte zich niet kan verspreiden. Laat nooit toe dat de ziekte vanuit de bladeren ook de stengels koloniseert en zo ganse loofdelen en planten wegrotten. Dergelijke aangetaste planten kunnen niet meer behandeld worden en dienen onmiddellijk van het veld verwijderd en vernietigd te worden om nieuwe infecties aan gezonde planten en naburige percelen te vermijden.
-
Hoge plaagdruk
Ochtenddauw, hoge luchtvochtigheid, warm en regenrijk weer bevorderen de sporenontwikkeling van de ziekte en betekent hoge plaagdruk: na 7 dagen kan een nieuwe behandeling nodig zijn.
-
Lage plaagdruk
Bij droog weer (schraal weer: droge lucht en oostenwind) stopt de ziekteontwikkeling en neemt de plaagdruk af. Het interval tussen 2 spuitbeurten kan van 2 tot 3 weken of langer verhoogd worden.
Blijf waakzaam bij wisselende weersomstandigheden daar bij voor de ziekte gunstige weersomstandigheden de ziekte en de gewasschade zich bijzonder snel kunnen ontwikkelen. Stel de bespuiting niet uit bij het waarnemen van nieuwe vlekken.
6 ml in 10 L water verdunnen voor de behandeling van 100 m².
-
Spuitinterval : 7-14 dagen in functie van de plaagdruk.
-
Maximaal aantal behandelingen : 6 per 12 maanden
-
Wachttijd voor de oogst : 3 dagen
Bereiding van de spuitvloeistof
Vul het reservoir van de rugsproeier met de helft van de benodigde hoeveelheid water. Voeg het product hieraan toe. Vul het reservoir aan tot de gewenst hoeveelheid spuitmenging bereikt wordt.
Gebruik van de doseerfles
Het bovenste gedeelte van de flacon is het doseercompartiment. Hierop zijn de volgende maateenheden aangegeven: aan de ene zijde 3 ml en 6 ml, aan de andere zijde 2,5 ml en 5 ml :
-
Druk op het deksel en draai links om te openen (kindveilige dop).
-
Druk op het onderste compartiment: de vloeistof stijgt en vult het doseercompartiment. Zolang drukken tot de gewenste hoeveelheid vloeistof is bereikt.
-
Giet de inhoud bij het water van de rugsproeier.
Na behandeling, de rugsproeier reinigen. Het reservoir met water spoelen en het spoelwater niet in de riolering gieten, maar op het al behandelde perceel verspuiten.
Verwijdering
Inhoud en verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.
Bewaring
Product in zijn originele verpakking in een frisse en vorstvrije ruimte bewaren. Na gebruik de verpakking zorgvuldig herafsluiten. Onder deze voorwaarden blijft de kwaliteit van het product over meerdere jaren gegarandeerd.
|