De zeewolf is blauwgrijs van boven en groenbruin op de flanken, waarover donkere verticale banden lopen. De kop is fors, met een opvallend gebit. De zeewolf is in het bezit van lange stevige tanden voor in de bek en stompe tanden achterin. Hij heeft een kleine staartvin en geen buikvinnen. Bij een lengte van 50 tot 60 cm wordt de vis geslachtsrijp. De zeewolf kan 160 centimeter lang worden, een gewicht van ruim 23 kilogram bereiken en maximum 22 jaar oud worden.
Hij leeft in de Noordelijke Atlantische Oceaan. Het leefgebied spreidt zich uit van Spitsbergen, Noorwegen, de Noordzee, Groot-Brittannië, IJsland tot aan Groenland. De vis is vooral op rotsachtige bodems en soms op zand of modderbodems te vinden. De watertemperatuur waarin de vis leeft ligt tussen de -1 en 13 °C.
De zeewolf voedt zich met schelp- en schaaldieren waarbij de lange tanden worden gebruikt om de schaaldieren te pakken of uit te graven en de stompe tanden om ze te kraken tussen deze tanden en gehemelte. De tanden worden ieder jaar gewisseld, wat verder bij vissen ongebruikelijk is.
De voortplanting vindt plaats in de winter in dieper water. Nadat de eieren zijn afgezet, worden ze door het mannetje bewaakt, totdat ze zijn uitgekomen. |