Een kabeljauw kan een lengte tot 150 centimeter behalen maar meet gemiddeld een 80 à 90 centimeter. De volwassen vis heeft een olijfgroene en bruingevlekte rug, een witte buik en een lange kindraad.
Kabeljauw voedt zich voornamelijk met kreeftjes, krabjes, garnalen, vissen (waaronder kabeljauw) en mosselen.
Men vergelijkt de kabeljauw weleens met het varken, omdat van deze vis werkelijk alles gebruikt wordt:
- de tongetjes van de vis zijn een gezochte lekkernij. Men frituurt ze meestal, waardoor er een korst ontstaat rond het zachte vlees dat in de mond smelt.
- de koppen worden gespietst en aan een koord geregen om ze in de openlucht te laten drogen. Daarna verscheept men ze naar de Afrikaanse westkust, waar ze een rijke bron van proteïne vormen.
- de viseieren vormen de basis voor een pasta die enige gelijkenis vertoont met de Griekse tarama.
- uit de lever wordt levertraan gewonnen.
- de ingewanden worden verwerkt tot voedsel voor pelsdierfokkerijen of tot meststof.
|