Er bestaan verschillende soorten (eetbare) mosselen opgedeeld volgens kweekmethode:
- mosselen die op palen gekweekt worden (moules de bouchot)
- wilde mosselen (moules sauvages)
- mosselen uit hangcultuur, aan touwen in netten (cordes)
- bodemcultuur (de pêche)
- uit volle zee (pleine mer)
De mossel leeft op een vast substraat (epibiont) omdat hij aanhechting voor de byssusdraden nodig heeft. Het substraat kan bestaan uit een stenen ondergrond, maar oude veenbanken en oude verharde kleibodems die op de zeebodem aanwezig kunnen zijn, voldoen ook. Daarnaast wordt gebruikgemaakt van andere organismen met een hard skelet, zoals grote schelpen. Dat kunnen ook soortgenoten zijn zodat hele mosselbanken ontstaan.
Een mossel behaalt maximum een gemiddelde leeftijd van 18 tot 24 jaar. Meestal worden ze tussen de 2 en 4 jaar geconsumeerd. |