STAP 1
Was je handen.
STAP 2
Pel de garnalen (hou de staart in je ene hand terwijl je de kop eraf draait, pel nu de staart en verwijder eventueel het darmkanaal) en pers de citroen.
STAP 3
Neem een kookpan en laat hierin de boter smelten, voeg beetje bij beetje de bloem toe tot een dikke massa ontstaat die een beetje lijkt te schuimen.
Vanaf dit moment kan je - gelijdelijk aan de - visfumet (2.5 dl), koemelk (2.5 dl), de kaas, de eierdooiers, citroensap en de garnalen toevoegen. Blijf stevig doorroeren tot het geheel lijkt los te komen van de pan, dan haal je de pan onmiddellijk van het vuur.
Breng op smaak met peterselie, nootmuskaat of overige kruiden naar eigen wens.
STAP 4
Neem een grote bakplaat en beleg met bakpapier.
Verdeel je kroketvulling in 50 kleine hoopjes of 20 grote hoopjes over de bakplaat.
STAP 5
Laat 24 uur rusten in de koelkast. Bewaar eveneens het overgebleven eiwit in de koelkast.
STAP 6
Maak van elk hoopje een bolletje of rolletje.
STAP 7
Neem het overgebleven eiwit en het paneermeel erbij.
Haal elk rolletje een keertje door het eiwit en vervolgens door het paneermeel (1).
STAP 8
Herhaal stap 10 en haal elk balletje of rolletje opnieuw door het eiwit maar leg het tweede laagje aan met het paneermeel (2).
STAP 9
Laat de kroketjes minimum één uur rusten in de koelkast alvorens ze te bakken. De overige kroketjes kan je invriezen. |