De aardbeiboom (Arbutus unedo) is een 1,5-3 m hoge struik of zelden een tot 12 m hoge boom met een matgrijze, gegroefde stam uit de heidefamilie (Ericaceae). De jonge twijgen zijn klierachtig behaard. De bladeren zijn afwisselend geplaatst, stevig, sterk glanzend aan de bovenkant, kaal aan beide zijden, lancetvormig, 4-11 cm lang en hebben een sterk gezaagde rand.
De bloemen groeien in 5 cm lange en brede, hangende trossen aan het einde van de takken. De bloemen zijn groenachtig of wit tot roze van kleur, 9 mm lang en klokvormig met teruggekromde kroonslippen en een 1,5 mm lange kelk. De aardbeiboom bloeit van oktober tot maart.
De tot 2 cm grote vruchten hebben een harde knobbelige schil. De vrucht rijpt van geel naar roodbruin. Het vruchtvlees is geel van kleur en smaakt zurig en is weinig aromatisch.
De aardbeiboom begint vruchten te dragen na 6 jaar en heeft weinig water nodig, in juli en augustus kan hij 10 liter extra water gebruiken maar dit is geen noodzaak, dit is welteverstaan in de zuiderse landen.
De aardbeiboom komt van nature voor in het Middellandse Zeegebied en wordt geteeld in Portugal, Frankrijk, Griekenland, Italië, Spanje en China. De vruchten worden gebruikt bij de bereiding van sommige wijnen en likeuren zoals de Portugese medronho, of soms verwerkt tot jam. De vrucht is in Nederland in blik verkrijgbaar bij etnische winkels. De bloesem levert een bittere honing op. |
Zaaien kan het hele jaar door binnen op een warme plaats. In de wintermaanden na opkomst koeler en licht zetten.
De opkweek is eenvoudig, de witte bloemetjes (in het najaar) zijn sierlijk en de langzaam rijpende vruchten (duurt een jaar) geeft een prachtige combinatie van bloei en vruchten. De smaak is tropisch en prettig uniek, te veel achter elkaar eten wordt afgeraden i.v.m. maaggisting. Eerst in een pot opkweken, daarna in de kas planten of op een niet te natte plaats in de tuin. De kleine boom is redelijk winterhard, tot -16°C. De groei in Noord-Europa is tamelijk traag: in 5 jaar tot 2 meter, blijft steken op 3 meter hoogte, behalve op zeer beschutte plekken. In de subtropen met voldoende vocht, kan de boom tot maximaal 10 meter hoogte uitgroeien. |