De spitssnuitsteur, stersteur of sevrugasteur is een straalvinnige vissensoort uit de familie van steuren.] De soort is inheems in de Zwarte Zee, Azov, Kaspische Zee en de Egeïsche Zee. Het trekt de rivieren die hierop afwateren op om te paaien. De soort is inmiddels in een groot deel van het oorspronkelijke leefgebied uitgeroeid.
Deze steursoort kan ongeveer 220 cm lang worden en een gewicht bereiken van 80 kg. Dit is echter een zeldzaamheid, een lengte van tussen de 100 en 150 cm met een gewicht van 15 tot 25 kilo is meer gangbaar. Het is een slanke vis die zich gemakkelijk onderscheidt van andere steuren door zijn lange, dunne en rechte snuit. Het heeft een rij van vijf kleine baarddraden die dichter bij de mond liggen dan bij de punt van de snuit. Op de laterale lijn liggen tussen de dertig en veertig bleke schubben. Deze kenmerken onderscheiden de spitssnuitsteur van de diamantsteur (Acipenser gueldenstaedtii). De algemene kleur is donker grijsgroen of bruin met een bleke onderkant. De spitssnuitsteur wordt tussen het tiende en vijftiende levensjaar geslachtsrijp. De maximale gerapporteerde leeftijd voor deze soort is 27 jaar.
De spitssnuitsteur voedt zich met vissen, wormen, schaaldieren en weekdieren. Het ligt overdag op de bodem en voedt zich meestal 's nachts. Deze vis is anadroom en beweegt stroomopwaarts naar ondiep water om te paaien. |