De sperzieboon – ook wel prinsessenboon, slaboon, herenboon of breekboon genoemd – is een peulvrucht. De sperzieboon behoort tot de boon en is een eenjarige plant. Oorspronkelijk is de sperzieboon afkomstig uit Zuid-Amerika. Een klimmende variant is de stokslaboon en een stamvariant de stamslaboon.
Sperziebonen zijn rijk aan folaat (vitamine B11). Folaat helpt in je lichaam bij de aanmaak van cellen en weefsels, waaronder rode en witte bloedcellen. Daarnaast draagt folaat bij aan je hersen- en zenuwfuncties die betrokken zijn bij het leer- en concentratievermogen.
Sinds 1889 in de handel en nog steeds een sterke Oost-Friese en Groningse variëteit. Tamelijk vroeg oogstbaar met een lang oogsttraject. De vrij korte, brede peulen (13 cm lang, 11 mm breed) zijn vlezig en erg lekker.
Te gebruiken als vers boontje, maar ook als spek- en snijboon. De lichtgroene peulen hebben rode strepen, die na het koken verdwijnen, ze zijn draadloos en witzadig. Vroeger werden de peulen aan een draad geregen en gedroogd voor de winter (zgn. Knipselbonen): Om te drogen de bonen plukken als ze geel beginnen te verkleuren. Vervolgens ontdraden en aan een snoer rijgen en drogen (bijvoorbeeld op zolder, vroeger langs de schoorsteen). Voor het koken de droge hulzen eerst een nacht voorweken. Zo kwam ook een arm gezin gezond de winter door! |