NAGELKRUID
Nagelkruid (Geum, vroeger gedeeltelijk Sieversia) is een geslacht van ongeveer 50 soorten kruidachtige planten in de Rozenfamilie. Het geslacht is nauw verwant aan de geslachten Potentilla en Fragaria.
De planten zijn inheems in Europa, Azië, Nieuw-Zeeland en Noord- Zuid-Amerika.
De planten hebben in het algemeen stevige wortelstokken en een rozet van wortelbladeren. De stengel is meestal meerbloemig. De bladeren zijn getand of geveerd. De bloemen staan meestal in trosjes van enkele bloemen.
Een aantal soorten hebben klitvormige vruchten. De vruchten hebben vaak gehaakte snavels, waarmee ze gemakkelijk in de vacht van passerende dieren of in kleding blijven steken. Op deze wijze worden de zaden verspreid. Van de vruchten komt ook de naam; de vruchten zien er namelijk uit alsof ze nagels hebben. Andere soorten gebruiken de wind voor de verspreiding van vruchten.
In de Benelux treffen we vooral het geel nagelkruid aan; het knikkend nagelkruid, dat ook voorkomt als stinsenplant, geldt als zeer zeldzaam.
In de Europese gebergten komen nog een aantal andere soorten voor, zoals Geum montanum en Geum reptans
Geel nagelkruid (Geum urbanum) staat bekend als heksenkruid.
Zaaimethode
Zaaien: april-juli, eerst op een warm plekje; als na 4 weken nog geen kieming is, dan het zaaisel een koudeperiode (koelkast) geven van 2-4 weken. Opnieuw in de warmte moet kieming volgen, anders het koelproces herhalen. Een schaduwminner, wordt 50 cm hoog.