DRAGON
Dragon is een vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae).
De soortaanduiding dracunculus in de botanische naam betekent "kleine draak". Dit zou duiden op de gekrulde wortel en de vorm van de bladeren, die wat weg zouden hebben van drakentongen.
Franse en Russische dragon
Volgens de huidige botanische classificatie wordt Artemisia dracunculus niet onderverdeeld in ondersoorten. Meestal worden er twee cultivars deze soort beschreven: Franse dragon (soms Duitse dragon genoemd) en Russische (of wilde) dragon. Beide verschillen duidelijk qua samenstelling, smaak en toepassing. Franse dragon is zoet en aromatisch en heeft een peperachtige anijsachtige smaak, terwijl de Russische dragon een bittere, minder uitgesproken smaak heeft. Franse dragon is waarschijnlijk via veredeling uit Russische dragon ontstaan. Het is een steriele tetraploïde die waarschijnlijk alleen via klonen vermeerderd kan worden.
Gebruik
Met name de Franse dragon is een populair keukenkruid dat vooral bekend is uit de klassieke (Franse) keuken. Dragon vormt een bestanddeel van de fines herbes, een kruidenmengsel dat vaak gebruikt wordt om soepen, eieren en boter op smaak te brengen. Het is vooral bekend als ingrediënt in klassieke sausen zoals bearnaise en bechamel, maar het wordt ook vaak gebruikt in vinaigrettes en mosterd (dijonmosterd). De jonge uitlopers worden in het nabije oosten geserveerd als aperitiefhapje. In Hongarije wordt het gebruikt bij de bereiding van schapenvlees en kaas.
Zaaimethode
Zaaien: Voor een optimale benutting van de zaden wordt van maart-mei voorgezaaid in potjes, trays of zaaibakken. In de vollegrond zaaien kan ook: trek rijen, verbeter het zaaigeultje met potgrond en zaai dun uit. Rij-afstand 30-40 cm, plantafstand 10 cm.