Een meerjarige, wilde telg van het uiengeslacht.
De plant komt (zeldzaam) nog voor op vochtige schaduwplaatsen (loofbossen) en het brede blad met de witte, bolvormige bloeiwijzen (30-40 cm hoog) zijn van een verrassende schoonheid! Je plant ze dan ook het beste op een (deels) beschaduwde plaats, de grondsoort maakt niet veel uit hoewel kalkrijk het meest wordt gewaardeerd.
Blad en bolletjes worden fijngehakt gebruikt in soepen, salades, kwark en kaas.
De bloemen (zelfs bij afrijping eetbaar) zijn wat pittiger dan het blad, maar met mate een mooie aanvulling in salades. Heerlijk is daslook in pesto en kan op alle mogelijk manieren i.p.v. knoflook worden gebruikt, de smaak is milder.
Vermeldenswaardig is de geneeskrachtige werking op vele gebieden o.a. bij arteriosclerose (aderverkalking).
Let bij het wildplukken op de uiengeur, het blad lijk namelijk op het giftige blad van Lelietje der Dalen, Aronskelk en Herfsttijloos. |