CITROENMELISSE
Citroenmelisse is een vaste plant die tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae) behoort. De plant ruikt naar citroen. De plant groeit voornamelijk in Zuid-Europa, maar is in meer gematigde streken als Nederland en België eenvoudig te vermeerderen aangezien de plant 's winters door middel van wortelstokken voortleeft. De plant wordt circa 0,5 m hoog.
De naam citroenmelisse komt van het Oudgriekse woord melissa (μÎλισσα), dat 'honingbij' betekent. Deze naam is zeer toepasselijk omdat citroenmelisse veel bijen aantrekt. De plant staat bekend als een belangrijke producent van nectar, de grondstof van honing.
Van de verse of gedroogde bladeren kan 'thee' worden getrokken. Citroenmelisse wordt gebruikt als smaakmaker bij visgerechten, soepen, sauzen en omeletten.
Zowel in thee- als in tinctuurvorm wordt aan citroenmelisse een anti-stress- en anti-slapeloosheidseffect toegeschreven.
De geur van de plant trekt bijen aan. Imkers gebruiken daarom het blad wel om bijenkorven mee in te wrijven.
Citroenmelisse vermeerderen kan door stekken, zaaien en scheuren. Als de plant te droog staat wordt het blad geelachtig, maar een te vochtige en schaduwrijke plaats gaat ten koste van de smaak. Citroenmelisse kan ook geteeld worden in bloempotten.
Zaaimethode
Zaaien: mei-juli, afdekken met dun laagje grond. Optimale kiemtemperatuur 20ÌŠC. Dek het zaaisel af met (vlies)doek om uitdroging te voorkomen. Na opkomst koeler zetten. Een deel zal snel kiemen, er is een lang kiemtraject van nakomertjes.