Schelvispekel is een sterke, gekruide alcoholische drank die kan worden gerangschikt onder de kruidenbitters.
De drank werd oorspronkelijk vooral gedronken door vissers uit Vlaardingen om zich tegen de kou te beschermen als zij gingen vissen bij de Doggersbank.
Oorspronkelijk (voor 1900) maakten de vissers de drank zelf uit brandewijn en specerijen, zoals kaneel en nootmuskaat. De drank stond dan lang (minimaal 6 weken) te trekken in stenen trekpotten in de kombuis. In de trekpotten geven de specerijen hun geur en smaak af aan de brandewijn. Na toevoeging van suiker aan het extract is de schelvispekel klaar.
De naam schijnt te zijn ontstaan als schuilnaam voor de drank, die de vissers gebruikten om aan hun vrouwen te verzwijgen dat het om sterkedrank ging. |