VOORAFGAANDE TEELT |
|
Aardappelen zijn een zeer uitputtend gewas voor je grond. Je teelt ze - om ziektes die de plant met zich meebrengt te bestrijden en te voorkomen - maximum eens om de 4 à 6 jaar op hetzelfde perceel.
Eén van de ziektes die je aardappelteelt kan doen mislukken is de schimmelziekte Rhizoctonia die de aardappelwortels aantast waardoor de plant afsterft.
Echter bloemkolen laten bacteriën in de grond achter die dodelijk zijn voor deze schimmel. Teel voorafgaand aan je aardappelteelt eerst bloemkolen op je perceel en je vermijdt dat je aardappels door deze ziekte worden aangetast. |
|
GOEDE BUREN |
|
Een de aardappelen zijn aangeaard ontstaat er een mooie gleuf om prei te planten. Ook (tuin)bonen, spruiten, karwij, dille, mierikswortel, koolrabi, munt, spinazie, suikermais, knoflook, bloemkool en sluitkolen zijn goede buren voor je aardappelen. |
|
SLECHTE BUREN |
|
Zet geen tomaten, selderij of rode bieten naast je aardappelen. |
|
DUOTEELT |
|
Nadat je een voorrad voor enkele maanden hebt geoogst, laat je de rest van de aardappelen zitten. De beste bewaarplaats voor aardappelen is immers onder de grond.
Terwijl kan op dezelfde plaats komkommers, courgettes of pompoenen telen. Zodra je deze planten kan oogsten haal je eveneneens de overige, resterende aardappelen uit de grond. |
|
AANAARDEN |
|
Aardappelen telen we voor de ondrgrondse knollen. Om deze reden moeten we de ondergrondse productie van de plant stimuleren en de bovengrondse productie demotiveren.
Zodra de plant een 10 tot 15 cm boven de grond groeit, zorg je ervoor dat de plant extra aarde krijgt zodat slechts enkele blaadjes boven de oppervlakte blijven. Je vermijdt zo ook groene aardappelen die de giftige stof solanine bevatten. |
|
BEMESTEN |
|
KALIUM
Kalium zorgt zowel voor een hogere opbrengst als voor grovere knollen. Vooral bij teelt op zandgrond is extra besmesting met kalium aangeraden. Voor lichte gronden wordt 50 gram per m² toegevoegd, 50% bij het planten van de pootaardappel en de overige 50% bij het aanaarden.
COMPOST OF STALMEST
Wil je de aardappelen extra voeding geven, gebruik dan gewone compost of extra stalmest. |
|
ZIEKTES |
|
COLORADOKEVER
Vanaf half mei is het raadzaam de onderkant van de bladeren te controleren op eieren van de coloradokever. Tref je eitjes aan onder de bladeren vewijder ze meteen, zodra de larven uitkomen eten ze de hele plant kaal.
SCHURFT
Schurft op aardappelen ontdek je pas als het te laat is bij het rooien. De schil van de aardappel vertoont in dit geval donkere plekjes. Enkele plekjes zijn gemakkelijk te verwijderen en de aardappel is er daarom niet minder smakelijk om. Schurft komt vooral voor bij zandgrond. Je kan schurft vermijden door geen kalk te strooien op het aardappelperceel en geen verse stalmest te gebruiken.
RHIZOCTONIA
Rhizoctonia is een schimmelziekte die de wortel van de aardappelplant aantast.
Echter bloemkolen laten bacteriën in de grond achter die dodelijk zijn voor deze schimmel. Teel voorafgaand aan je aardappelteelt eerst bloemkolen op je perceel en je vermijdt dat je aardappels door deze ziekte worden aangetast.
PHYTOPHTORA
Phytophtora is veruit de meest voorkomende aardappelziekte en ontstaat bij langdurige natte omstandigheden. Tot op heden is nog geen enkel ras volledig resistent tegen deze ziekte.
Op het blad, stengel en vrucht treden bruinvertredingen op. Zodra je dit vaststelt op de bladeren verwijder je deze meteen. Gooi ze niet op je composthoop om de rest van je tuin niet te besmetten.
Het ras Bintje is in België en Nederland het meest geteelde ras vanwege zijn grote commerciële voordelen ten gunste van supermarkten. Toch gelijk ook één van de meest gevoelige rassen voor deze ziekte waardoor de Bintjeskweker de aardappelvelden meerdere malen verplicht moet besproeien tegen de ziekte.
Biologisch aardappeltjes uit eigen tuin of van de biologische kweker zijn niet alleen smaakvol maar wellicht ook een pak gezonder dan de aardappels uit de supermarkt. |